dinsdag, augustus 14, 2007

Waarom zijn er zoveel huurlingen in Irak?

Na afloop van de koude oorlog was er in de VS minder behoefte aan een groot landleger en werd in rap tempo het leger afgeslankt met een derde. Met intrede van de neo-conservatieven in de Amerikaanse regering kwam er ook een behoefte om het leger ( net zoals vele andere overheidsdiensten) te privatiseren. Het idee was dat de marktwerking tot betere en meer betaalbare strijdkrachten zou leiden. Met de vraag groeide ook het aanbod, in 2003 voor de oorlog in Irak werd zo'n 5% van het defensie budget besteed aan contracten met pmc's (private militairy companies) , na de invasie groeide het snel uit tot 10% in 2004 en in 2006 werd ongeveer 20% van het defensie budget opgesnoept door deze bedrijven (hieronder vallen ook bv. de cateraars, schoonmakers die in Irak werken alsmede ook bedrijven die een rol spelen in de verdediging van het Amerika of in andere gebieden dan Irak) .
De vraag is nu of de VS beter af is met de pmc's en of het ook goedkoper is. Deze vraag werd eens gesteld aan de immiddels onslagen minister van defensie Donald Rumsfeld en later nog eens aan president G W Bush , hun antwoorden worden ontwijkend : "
It is clearly cost-effective to have contractors for a variety of things that military people need not do and that for whatever reason other civilian government people cannot be deployed to do." En verder niets..
Hoe deze pmc's aan hun contracten komen is ook vaag en onderhandelingen zijn geheim. Dick Cheney, de vice president in beide Bush regeringen, wordt verdacht van vriendjes politiek daar hij baas was bij een van de grotere pmc, Halliburton. Ook is bekend dat deze bedrijven al voor de invasie in Irak flinke donaties hebben gedaan aan de campagne fondsen van de republikeinse partij en G W Bush.
Als we het resultaat bekijken van wat de pmc's in Irak hebben bereikt kunnen we stellen dat ze falen. Zij worden vooral ingezet bij de reconstructie van de infrastructuur en bij voor beveiliging taken. De reconstructie loopt hopeloos achter op schema en gezien het aantal succesvolle aanslagen op bijvoorbeeld de Iraakse politie en goederen konvooien is dat tweede ook geen succesverhaal. Naarmate het aantal civiele strijdkrachten toeneemt hoe meer de situatie lijkt te escaleren. Door enkele rambo-acties is in somige gebieden de wankele relatie tussen de Irakezen en de Amerikanen verslechterd. Schandalen waarbij pmc's zijn betrokken, zoals bij de Abu Ghraib gevangenis, brengen Amerika zwaar in het diskrediet. Er is nog nooit een werknemer van een pmc aangeklaagd voor begane misdaden, terwijl de bewijzen allang en overvloedig op het internet te vinden zijn. Een paar zijn er ontslagen omdat ze op Amerikaanse soldaten zouden hebben geschoten.
Ook worden somige pmc's beschuldigt van het in rekening brengen van nooit gemaakte kosten. Zo heeft Haliburton de Amerikaanse blasting betaler voor zeker 167 millioen dollar getild. Er is totaal geen zicht op waar deze bedrijven hun geld aan uit geven.
Waarom maakt de Amerikaanse regering dan toch zoveel gebruik van deze bedrijven?
Misschien ligt het antwoord in de Amerikaanse politieke cultuur, waarin men het wenselijk vindt dat politici sterke banden hebben met en veel ervaring in het bedrijfsleven. Bestuurders die altijd voor de overheid hebben gewerkt worden gezien aristocraten en worden gewantrouwd. Liever kiezen zij iemand waaraan zij een rolmodel zien van de self-made man.
In Nederland spreken we al gauw van incompatibiliteit van functies, zo moest oud-ministers Remkes zelfs zijn voorzitterschap van het jenever genootschap verdedigen in de tweede kamer.
Een figuur als Piet Hein Donner zou in Amerika nooit zo ver komen ( dat is dan wel weer een pré m.i.).
In Amerika is het ook toegestaan dat bedrijven financiële steun verlenen aan politici ( er is wel een maximum dat mag worden gedoneerd, maar via via worden toch grote sommen geld overgemaakt) . Nu weten wij hier dat 'voor niets de zon opgaat' en zeker in Amerika weet men dat 'voor wat hoort wat'.
Deze donaties kunnen natuurlijk niet direct de politiek bepalen, dat zou te opzichtig zijn en dan zou de hoogste bieder de macht hebben. Ibrahimovisz zou dan waarschijnlijk niet Chelsae hebben opgekocht maar het witte huis. Toch kan zo de industrie toch iemand aan de macht proberen te helpen die hun belangen het best vertegenwoordigd. En wie weet nu beter wat pmc's nodig hebben dan de oud directeur van Haliburton. En Bush weet door zijn ervaring in de Texaanse olie industrie waar Abraham de mosterd vandaan haalt.
En zo kan verklaard worden waarom er zoveel huurlingen in opdracht van de VS in Irak zijn.
Photo Sharing and Video Hosting at Photobucket